Hoe gebruik je het wettelijk mobiliteitsbudget als medewerker?

Het wettelijk mobiliteitsbudget, een flexibel alternatief

Sinds 2023 daalt het aantal bedrijfswagens in België. Ook jouw werkgever beseft dat flexibele mobiliteit de toekomst is. Je bepaalt namelijk graag zelf hoe je je verplaatst en laat liever die files achterwege. Het mobiliteitsbudget wordt daarom vaak bestempeld als een flexibel voordeel, een aanvulling op je loon.

Maar in de eerste plaats is het bedoeld als alternatief voor de bedrijfswagen. Bij het inruilen van je wagen krijg je de waarde van die wagen (= de Total Cost of Ownership) in de vorm van het budget. En ja, you guessed it, dat is je mobiliteitsbudget.

Vervolgens kan je dat budget spenderen aan drie pijlers:

• In pijler 1 kies je een milieuvriendelijke wagen.
• In pijler 2 spendeer je je budget aan duurzame alternatieven of je huur/lening.
• In pijler 3 ontvang je op het einde van het jaar een uitbetaling van het resterende budget.

Pijler 1: Een milieuvriendelijke wagen

Om een wagen te bestempelen als ‘milieuvriendelijk’, stelt de wet tot en met 2025 dat hij minder dan 95gr CO2 moet uitstoten per gereden kilometer. Vanaf 1 januari 2026 wijzigt dat naar een wagen zonder CO2-uitstoot. Je kijkt dus al snel richting een elektrische wagen. Samen met je werkgever kies je een model dat binnen jouw budget past.

Je werkgever is trouwens niet verplicht om pijler 1 aan te bieden. Dat is afhankelijk van de noden en policies van je bedrijf. Bieden ze het toch aan, dan mag ook jij zelf beslissen of je je mobiliteitsbudget al dan niet spendeert aan een groene bedrijfswagen.

Indien je kiest voor pijler 1 en er blijft budget over, of je kiest helemaal niet voor een wagen, dan mag je dat budget vrij besteden aan pijler 2. Eventueel laat je het restbedrag uitbetalen op het einde van het jaar. Dat kan door pijler 3.

Pijler 2: Duurzame alternatieven en huisvesting

De keuzevrijheid van pijler 2 is de échte ware kracht van het mobiliteitsbudget. De opties zijn afhankelijk van werkgever tot werkgever, maar je zal altijd minstens één optie hebben in pijler 2. Elk bedrijf heeft natuurlijk z’n eigen voorkeuren.

Deze pijler is bovendien volledig vrij van sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing. Ofwel: bruto = netto. Het volledige bedrag is beschikbaar om te gebruiken naar keuze.

Dit zijn de mogelijke duurzame alternatieven van pijler 2

Allereerst beschik je over de vele mobiliteitsopties. Je hebt keuze uit …

• Openbaar vervoer: (internationale) treinen, trams, bussen en metro’s
• Parkeerabonnementen en -tickets in functie van je woon-werkverkeer met het openbaar vervoer
• Gedeeld vervoer: carpooling, deelwagens/-scooters/-fietsen/-steps, kantoorbussen, taxi’s en huurwagens voor maximaal 30 dagen per jaar
• Zachte mobiliteit: aankopen, huren, leasen, financieren en onderhouden van elektrische vervoersmiddelen met een maximale snelheid van 45 km/uur of het aankopen van veiligheidsuitrusting en fietsaccessoires die je zichtbaarheid verhogen

Vanaf 1 januari 2026 mogen wagens voor carpooling, autodelen en verhuur met chauffeur geen CO2 meer uitstoten. Dit geldt ook voor zachte mobiliteit.

Ook de duurzame verplaatsingen van of vervoersmiddelen voor je familieleden mag je betalen met je mobiliteitsbudget. Niet enkel in België, maar in de volledige Europese Economische Ruimte. Dat zijn alle EU-landen én Liechtenstein, Noorwegen en Ijsland. Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk behoren niet tot deze lijst.

Daarnaast mag je ook je huur of lening afbetalen met je mobiliteitsbudget. Dat is mogelijk omdat thuiswerk wordt gezien als de meest duurzame optie. Je maakt namelijk geen enkele verplaatsing. Biedt je werkgever deze optie aan en wil je je huisvesting bekostigen met je budget, dan moet je aan één van deze criteria voldoen:

• Je woont binnen een straal van 10 kilometer van je werkplek.
• Je werkt minstens 50% van thuis. Op dat moment wordt je woning als hoofdwerkplek beschouwd. De woon-werkafstand dus 0 kilometer en dat is minder dan 10.

Pijler 3: Uitbetaling van restbedrag

Heb je op het einde van het jaar toch nog budget over? Dan wordt dat bedrag uitbetaald op je bankrekening in januari van het volgende kalenderjaar. Eén keer per jaar ontvang je dus het resterende budget, na aftrekking van 38,07% bijzondere werknemersbijdrage. Wat je nadien met het geld doet, is volledig in jouw handen.

Conclusie: Je kiest zelf hoe je het mobiliteitsbudget gebruikt

Op basis van de opties die je werkgever aanbiedt, bepaal je zelf waar je je budget aan spendeert. Van internationale treintickets voor een weekendje Parijs met het gezin tot een elektrische fiets of monowheel: het kan allemaal.

In de Olympus-app heb je altijd +35 flexibele mobiliteitsopties bij de hand. Je koopt tickets of reserveert vervoersmiddelen meteen in de app. Maak je externe aankopen zoals een fiets? Dan vraag je terugbetalingen ook snel aan. Bovendien kan je meteen een account aanmaken voor je familieleden zodat ook zij je mobiliteitsbudget kunnen gebruiken naar wens.

Je werkgever overtuigen van het mobiliteitsbudget?

Klik op onderstaande button en stuur hen de URL door.